De naam
Start Volgende

 

Start

De naam
Heraldiek
Admiraliteit 1
De schutterij
Stadsbestuur
Lakennijverheid
Kerkelijke gemeente
St. Janskerk
Admiraliteit 2
Buurthouden
Catharina Gasthuis
Pieter Stuyvesant
Klapwakers
De Lutherse zwaan
Werfdepot
WO II
Lucebert
Agthoven
Zuid Afrika 1
Zwaanwijck
Johannes Swaenswijck
Laurens van Swaanswijk
Zuid Afrika 2
Diversen
De Dordrecht
Fort Geldria

Van Swaenswyck tot Zwaanswijk

 

toponiem
Zeer veel familienamen zijn van toponiemen (aardrijkskundige namen) afgeleid. Deze namen geven aan waar men vandaan kwam (herkomstnamen), welk gebied of landgoed men bezat of beheerde, of welke huizen men al dan niet met bijhorend land in eigendom of huur had.
Bij deze laatste groep duiden de namen tevens aan waar men woonde. (Straatnummers waren immers nog niet ingevoerd!) Dit type naam wordt dan ook wel met de term 'adresnaam' van de herkomstnamen onderscheiden. Herkomstnamen gaan voornamelijk terug op namen van steden, dorpen en landen; adresnamen op microtoponiemen: namen van huizen, velden, waterlopen, straten. De elite die zich naar haar bezittingen noemde, plaatste zich als het ware tussen deze categorieën in.
In feite waren edellieden en grootgrondbezitters de eersten die zich van 'herkomstnamen' bedienden en zich noemden naar het dorp waar zij hun machtsbasis hadden.
Familienamen zijn archaïsch, dat wil zeggen dat zij veel oude kenmerken hebben. De spelling van de Nederlandse taal wordt gemoderniseerd, maar voor de eigennamen gelden andere regels. Omdat de familienamen onveranderlijk bij de Burgerlijke Stand zijn vastgelegd, onttrekken zij zich aan herzieningen van de spellingsregels.
Om de variatie aan verschillende naamvormen te begrijpen moet men beseffen dat de standaardisatie van het Nederlands eeuwen in beslag heeft genomen. De Burgerlijke Stand kwam in de 19de eeuw in ontwikkeling, juist in een periode waarin belangrijke spellingsvoorschriften werden geformuleerd en de spelling werd geüniformeerd (1804, 1863). We zien dat namen nog met een g in plaats van ch (Van der Jagt), of met ae in plaats van aa en met een y zonder puntjes in plaats van ij worden geschreven, omdat de normen nog niet waren uitgekristalliseerd. Vastlegging bij de Burgerlijke Stand volgens oude schrijfwijze betekende echter dat deze vormen ongewijzigd op volgende generaties werden overgedragen.
herkomstnaam
Zeer veel familienamen zijn van toponiemen (aardrijkskundige namen) afgeleid. Deze namen geven aan waar men vandaan kwam (herkomstnamen), welk gebied of landgoed men bezat of beheerde, of welke huizen men al dan niet met bijhorend land in eigendom of huur had.
Bij deze laatste groep duiden de namen tevens aan waar men woonde. (Straatnummers waren immers nog niet ingevoerd!) Dit type naam wordt dan ook wel met de term 'adresnaam' van de herkomstnamen onderscheiden. Herkomstnamen gaan voornamelijk terug op namen van steden, dorpen en landen; adresnamen op microtoponiemen: namen van huizen, velden, waterlopen, straten. De elite die zich naar haar bezittingen noemde, plaatste zich als het ware tussen deze categorieën in. In feite waren edellieden en grootgrondbezitters de eersten die zich van 'herkomstnamen' bedienden en zich noemden naar het dorp waar zij hun machtsbasis hadden.

oude spelling
Familienamen zijn archaïsch, dat wil zeggen dat zij veel oude kenmerken hebben. De spelling van de Nederlandse taal wordt gemoderniseerd, maar voor de eigennamen gelden andere regels. Omdat de familienamen onveranderlijk bij de Burgerlijke Stand zijn vastgelegd, onttrekken zij zich aan herzieningen van de spellingsregels.
Om de variatie aan verschillende naamvormen te begrijpen moet men beseffen dat de standaardisatie van het Nederlands eeuwen in beslag heeft genomen. De Burgerlijke Stand kwam in de 19de eeuw in ontwikkeling, juist in een periode waarin belangrijke spellingsvoorschriften werden geformuleerd en de spelling werd geüniformeerd (1804, 1863). We zien dat namen nog met een g in plaats van ch (Van der Jagt), of met ae in plaats van aa en met een y zonder puntjes in plaats van ij worden geschreven, omdat de normen nog niet waren uitgekristalliseerd. Vastlegging bij de Burgerlijke Stand volgens oude schrijfwijze betekende echter dat deze vormen ongewijzigd op volgende generaties werden overgedragen.


ae
In feite gaat het hier om een drietal verschillende kenmerken: een kenmerk betreffende de spelling (binnen een naam) en een kenmerk betreffende de naamsuitgang.
In Zuid-Nederlandse en Vlaamse namen zien we -ae- geschreven waar men in de moderne spelling van noordelijk Nederland -a(a)- schrijft.
In namen van Duitse origine is -ae- een schrijfwijze voor ä; evenals bij Engelse namen met -ae- spreekt men deze met een lange 'ee' uit. Dan zijn er uiteraard ook nog namen als Michaëlis en Israël, waarin het trema de scheiding van twee klanken (-a- + -e-) markeert.
De uitgang -ae komt in enkele namen voor die daardoor een (geleerde) Griekse vorm hebben gekregen, zoals bijvoorbeeld Andreae en Aeneae. Zo ook in namen die eindigen op -aeus, zoals Cunaeus en Hydoraeus.


van
"De grootste groep van Nederlandse geslachtsnamen, of liever die groep welke het grootste aantal namen omvat, is zonder twijfel de groep die uit namen bestaat, welke met het voorvoegsel 'van' zijn samengesteld.  Die 'van'-namen zijn bijna zonder uitzondering van aardrijkskundigen oorsprong, en men kan ze onderscheiden in bijzondere en algemene. De bijzondere aardrijkskundige 'van'-namen bestaan uit de namen van landen, eilanden, steden, dorpen en gehuchten (buitenlandse natuurlijk even zeer als binnenlandse), allen met het voorvoegsel 'van' er voor; b.v. Van Engeland, Van Wieringen, Van Deventer, Van Keulen. De algemene aardrijkskundige 'van'-namen bestaan uit  zelfstandige naamwoorden die een algemene aardrijkskundige betekenis hebben (berg, dijk, heide), maar die als bijzondere aardrijkskundige namen dienst doen; eveneens met 'van' er voor, en zo wel met als zonder een lidwoord. B.v. Van Dijk, Van Sluis, Van den Berg, Van der Heide" .

ij-y
In de Nederlandse Familienamen Databank is uit praktisch oogpunt geen onderscheid gemaakt tussen naamvormen met ij en y. De namen De Bruijn en De Bruyn zijn in één lemma ondergebracht. In taalkundig opzicht is dit overigens niet onterecht: de y in De Bruyn is immers geen i-grec, maar een ij zonder puntjes die in feite hetzelfde letterteken is als de ij met puntjes. In de meeste Nederlandse namen met een y betreft het deze puntloze ij, een relict dat in ons alfabet weliswaar de vorm van de Griekse y heeft aangenomen, maar zondermeer met de ij gelijkgesteld kan worden. In moderne spelling zouden beide grafemen in combinatie met een andere klinker inmiddels door een enkele i zijn vervangen: De Bruijn > De Bruin.

In wezen bestaat het typisch Nederlandse letterteken uit twee letters. Het is ontstaan uit ii = een lange i, die later ter verduidelijking als ij werd geschreven en nog later als tweeklank ij (ei) werd uitgesproken. Van de 16de tot de 18de eeuw, toen het schrift nog geenszins genormaliseerd was, werd de ij vaak zonder punten geschreven. Hetzelfde letterteken werd gebruikt als variant van de i (yemant, cleyn). In lopend schrift ging daardoor het onderscheid tussen i, ij met en y zonder punten verloren. De verwarring is nog vergroot omdat in het alfabet aan de ij, die strikt genomen als i + j behoort te worden behandeld, de plaats vóór de z werd toegewezen, terwijl in andere talen daar de y (i-grec) is geplaatst. Deze Griekse y (upsilon) is in feite een andere letter die het Nederlands in leenwoorden tot zich heeft gekregen.