Fort Geldria
Vorige Start

 

Start

De naam
Heraldiek
Admiraliteit 1
De schutterij
Stadsbestuur
Lakennijverheid
Kerkelijke gemeente
St. Janskerk
Admiraliteit 2
Buurthouden
Catharina Gasthuis
Pieter Stuyvesant
Klapwakers
De Lutherse zwaan
Werfdepot
WO II
Lucebert
Agthoven
Zuid Afrika 1
Zwaanwijck
Johannes Swaenswijck
Laurens van Swaanswijk
Zuid Afrika 2
Diversen
De Dordrecht
Fort Geldria

Coromandel

Kaart van Voor-IndiëDe VOC had zich vanaf 1605 aan de lange oostkust van India, de Coromandel (zie kaart), gevestigd vanwege de textielhandel. In het noorden werd Masulipatnam het belangrijkste kantoor en in het zuiden Paleacatte. Onder beiden ressorteerden een aantal kleinere vestigingen. In 1610 werd Paleacatte de hoofdplaats van dit gewest. In 1613 kreeg men hier van de plaatselijke vorst toestemming om een kasteel te bouwen: Geldria. Het was overigens geen overbodige luxe om vanachter vestingmuren handel te drijven, omdat er regelmatig oorlog werd gevoerd tussen de diverse inheemse koninkrijken, waarbij de VOC niet altijd buiten schot bleef. De VOC was overigens niet de enige Europese partij in het gebied. De Portugezen waren de Nederlanders al voorgegaan en tegelijkertijd met de VOC of enige tijd daarna verschenen ook de Engelsen, Fransen en Denen. Met de Portugezen verkeerde de VOC in een groot deel van de 17e eeuw in oorlog. In 1659 werd Negapatnam op de Portugezen veroverd, dat vanaf 1690 de residentie van de gouverneur van Coromandel werd.


Fort Geldria in vogelvlucht, Ph. Baldaeus, Malabar en Choromandel, Amsterdam 1672

Op het einde van de 17e eeuw en in de eerste helft van de 18e ondervonden de Nederlanders in het zuiden van Coromandel in toenemende mate concurrentie van de Fransen, waarmee het bij tijd en wijle zelfs tot gewapende conflicten kwam. Ook de concurrentie van de Engelsen nam gestadig toe. Tijdens de Zevenjarige Oorlog, van 1756 tot 1763, behaalden de Engelsen in Coromandel en haar achterland een klinkende overwinning op de Fransen. De VOC raakte nu in de handel steeds meer achterop. Tijdens de Vierde Engelse Oorlog, van 1780 tot 1784, werden de posten van de VOC door de Engelsen veroverd. Bij de vrede kreeg men alle vestigingen terug, behalve het goed gefortificeerde Negapatnam.

Voor Indiase kleden was Coromandel het belangrijkste productiegebied. Er werden zowel effen en gestreepte kleden als prachtige gedecoreerde kleden gemaakt. Toen in de loop van de 17e en 18e eeuw de vraag naar stoffen van Coromandel toenam, was het zaak de jaarlijkse aanvoer van kleden zoveel mogelijk veilig te stellen. Soms wist de VOC daartoe van de lokale heersers gedurende enige tijd gehele dorpen met ambachtslieden te pachten. De meest gebruikelijke methode was evenwel vertrouwde Indiase tussenhandelaren in te zetten, die soms ook op het terrein van de Compagnie woonden. Deze kooplieden probeerden, onder meer door het verlenen van voorschotten, zoveel mogelijk wevers aan zich te verplichten.