Heraldiek
Vorige Start Volgende

 

Start

De naam
Heraldiek
Admiraliteit 1
De schutterij
Stadsbestuur
Lakennijverheid
Kerkelijke gemeente
St. Janskerk
Admiraliteit 2
Buurthouden
Catharina Gasthuis
Pieter Stuyvesant
Klapwakers
De Lutherse zwaan
Werfdepot
WO II
Lucebert
Agthoven
Zuid Afrika 1
Zwaanwijck
Johannes Swaenswijck
Laurens van Swaanswijk
Zuid Afrika 2
Diversen
De Dordrecht
Fort Geldria

Het schild

 

Inleiding.
Heraldiek is een deftig woord voor wapenkunde en is afgeleid van het woord heraut. Een heraut had in de vroege Middeleeuwen de taak uitnodigingen en aankondigingen voor toernooien te doen. Ook inspecteerden zij de uitrustingen en bepaalde of desbetreffende ridder gerechtigd was aan een toernooi deel te nemen. Tenslotte moesten zij nagaan of de deelnemers hun embleem (wapen) terecht voerden. Om deze taak goed te kunnen vervullen was diepgaande kennis nodig van de ridderwapens en geleidelijk werden de herauten de deskundigen op dit gebied.
De eerste (persoons- of groepsgebonden) wapens werden gevoerd door krijgslieden te paard in het begin van de 12e eeuw. Het wapen op hun schild moest voor vriend en vijand duidelijk herkenbaar zijn.  De bereden krijgslieden werden een klasse apart en kregen de benaming ridders. Omdat iemand met een helm op slecht herkenbaar is, ging men herkenningstekens aanbrengen: op het schild, de wapenrok, bovenop de helm en op het paardendek.
Het ridderschap kreeg in de loop van de 13e eeuw zo'n waarde en aanzien, dat niet alleen de oorspronkelijke ridders maar ook de hoge adel tot het ridderschap toetrad.
Het ideaal van de ridder, als symbool van bescherming van de zwakkeren en het bestrijden van onrecht, bleek al snel niet meer opgewassen tegen de werkelijkheid. Wat overbleef waren de riddertoernooien en op dit kleurrijke toneel kon de heraldiek zich ontplooien.

In de steden kreeg de burgerij onafhankelijkheid en eigenwaarde. Ridderschap en stadsbevolking waren geen streng gescheiden groepen. Jongere zoons van ridders vestigden zich in de opkomende steden en behielden het gebruik van hun wapens die inmiddels van vader op zoon werden overgedragen: het begin van erfelijke familiewapens. De oudste wapens van burgers stammen uit de jaren rond 1240 en zij kwamen voor in Noord-Frankrijk en de zuidelijke Nederlanden. Hier maakte de burgerlijke heraldiek een sterke opkomst en bloei door en zo zouden burgerlijke wapens zich over Europa uitspreiden.
Familiewapens kwamen voor op zegels onder officiële documenten, gevelstenen en andere versieringen.

De onderdelen van een familiewapen.

1. Schild.
2. Helm.
3. Dekkleden.
4. Wrong.
5. Helmteken.


   
Het Schild + regels.

Het schild is het belangrijkste deel van het wapen. Een wapen kan ook slechts uit het schild alleen bestaan.
Er bestaan verschillende vormen, maar het type met een half-cirkelvormige onderkant is de meest voorkomende. Ongehuwde vrouwen voeren meestal een ruitvormig schild, gehuwde vrouwen een ovaal schild.
Het oppervlak van het schild wordt het veld genoemd. Alles wat daarop voorkomt noemt men stukken.
De beschrijving van het schild heet met een mooi woord de blazoenering. Die moet zeer precies zijn: een heraldisch tekenaar moet hieruit zonder voorbeeld het wapen kunnen reproduceren.
Belangrijk te weten is dat het wapen wordt beschreven vanuit het gezichtpunt van de drager op een zelfde manier zoals u spreekt over bijvoorbeeld uw rechterarm. Iets wat rechts wordt genoemd, komt voor de kijker dus links op de tekening.

Een schild heeft altijd een kleur. Deze zijn: rood (keel), blauw (lazuur), groen (sinopel), purper (paars) of zwart (sabel) óf zijn van metaal: zilver (wit) of goud (geel). Daarnaast bestaan er de bontwerken hermelijn en vair. Kleuren als oranje, bruin, huidskleur (roze) en natuurlijke kleuren zijn zeldzaam en komen op moderne wapens eigenlijk niet voor.
De kleuren en metalen kunnen in geometrische onderverdelingen over het schild verdeeld zijn. Het is in principe NIET toegestaan kleur op kleur of metaal op metaal te plaatsen. Dus geen zilver voorwerp op een gouden schild en ook geen rode haan op een blauw veld.

Stukken worden gestileerd afgebeeld: dus vereenvoudigd waarbij allerlei kleine details worden weggelaten.
Stukken worden zonder perspectief dus plat afgebeeld. Alleen schaduwlijntjes mogen enig reliëf suggereren.
Tenslotte moet het stuk het veld zoveel mogelijk vullen en aan de schildvorm zijn aangepast.

Een schild kan in vele geometrische verdelingen voorkomen vergezeld van hoofd- en nevenstukken die een vaste omschrijving kennen. Deze zijn tamelijk uitgebreid en daarvoor verwijzen we u naar de website www.wazamar.org .

Helm.
Er bestaan verschillende soorten helmen waarmee een schild kan worden afgebeeld. De meeste gebruikte en ook de meest sierlijke is de traliehelm (zoals afgebeeld). Deze wordt dan recht aanziend of een kwartslag naar links of rechts gedraaid afgebeeld.



Dekkleed.
Dekkleden waren oorspronkelijk mantels die over de top van de helm werden geschoven of over de schouders werden gedragen. Het diende ter bescherming van felle en warme zonnestralen en bovendien brak zo'n fladderend stuk stof de eerste kracht van een zwaardhouw.
Het dekkleed wordt gestileerd afgebeeld. De kleuren van het dekkleed zijn dezelfde als de twee meest voorkomende of belangrijkste van het schild.  

Wrong.
Deze dient ervoor om de overgang van helm en helmteken te maskeren alsmede het geheel steviger aan elkaar te bevestigen. Kleuren vaak dezelfde als het dekkleed of één kleur daarvan.


Helmtekens
.
Als sinds het begin werden wapenfiguren niet alleen op het schild, maar ook op de helm aangebracht. Daarbij kwamen ook figuren voor zoals leeuwen, waaiers, ruitvormige schermen en dergelijke voor. Op het echte strijdtoneel waren dergelijke uitdossingen niet praktisch, maar op de riddertoernooien kwamen de imponerende tekens echt tot ontplooiing.

 

Gewoonte en recht.
Ridders waren de eerste wapenvoerders. Om een wapen te mogen voeren moest men ook met het zwaard omgord zijn.
In de 13e eeuw gingen de zoons van de grote leenheren, als opvolger van hun vader, over tot het voeren van het wapen; maar alléén nadat zij tot ridder waren verheven.
Zoals eerder besproken kwam daar later de adelstand bij. Aanvankelijk ging het wapen (alsmede de adellijke titels) over op de oudste zoon. Later kwamen ook de andere zoons -al dan niet buitenechtelijk (bastaardij)- in aanmerking voor het wapen, alhoewel toen nog met een breuklijn afgebeeld.
Het recht op een wapen werd sinds de 14e eeuw erkend voor ieder vrij man, of hij tot de adelstand behoorde of niet. Jurist Bartolo de Sassoferata (1314-1357) legde dit vast in een boekwerk. Hij schreef verder dat een wapen niet verleend hoefde te worden door een vorst of welke autoriteit dan ook, mits men maar geen wapen kopieerde dat wederrechtelijk aan een ander toe behoorde.


De witte (zilveren) zwaan een symbool voor oprechtheid en waardigheid.    

De zwaan is in mythologische zin niet alleen het symbool van waarheid en onschuld van de menselijke ziel, maar geeft tevens een belangrijk cultuurpatroon in de Middeleeuwen en Renaissance weer: het recht van zwanendrift. Dit recht was het recht (eigenlijk een voorrecht) van de "heren" om zwanen op hun erf te mogen houden en fokken. De hoeveelheid zwanen gaf de status aan van de eigenaar.

 

De pijl duidt op "mikken" (????) of snelheid of behendigheid, in de heraldiek een teken is van macht en kracht.                                  

 

De kleur blauw symboliseerde trouw, bestendigheid en deugd.
De kleur
groen symboliseerde vrijheid en schoonheid
Goud (
gele kleur) symboliseerde vrijgevigheid, moed en volharding.
Zilver (
witte kleur) symboliseerde sereniteit en edelmoedigheid.

 

Pijnappel: Symbool van onsterfelijkheid