Het schild
Inleiding.
Heraldiek is een deftig woord voor wapenkunde en is afgeleid van het woord
heraut. Een heraut had in de vroege Middeleeuwen de taak uitnodigingen en
aankondigingen voor toernooien te doen. Ook inspecteerden zij de uitrustingen en
bepaalde of desbetreffende ridder gerechtigd was aan een toernooi deel te nemen.
Tenslotte moesten zij nagaan of de deelnemers hun embleem (wapen) terecht
voerden. Om deze taak goed te kunnen vervullen was diepgaande kennis nodig van
de ridderwapens en geleidelijk werden de herauten de deskundigen op dit gebied.
De eerste (persoons- of groepsgebonden) wapens werden gevoerd door krijgslieden
te paard in het begin van de 12e eeuw. Het wapen op hun schild moest voor vriend
en vijand duidelijk herkenbaar zijn. De bereden krijgslieden werden een
klasse apart en kregen de benaming ridders. Omdat iemand met een helm op slecht
herkenbaar is, ging men herkenningstekens aanbrengen: op het schild, de
wapenrok, bovenop de helm en op het paardendek.
Het ridderschap kreeg in de loop van de 13e eeuw zo'n waarde en aanzien, dat
niet alleen de oorspronkelijke ridders maar ook de hoge adel tot het ridderschap
toetrad.
Het ideaal van de ridder, als symbool van bescherming van de zwakkeren en het
bestrijden van onrecht, bleek al snel niet meer opgewassen tegen de
werkelijkheid. Wat overbleef waren de riddertoernooien en op dit kleurrijke
toneel kon de heraldiek zich ontplooien.
In
de steden kreeg de burgerij onafhankelijkheid en eigenwaarde. Ridderschap en
stadsbevolking waren geen streng gescheiden groepen. Jongere zoons van ridders
vestigden zich in de opkomende steden en behielden het gebruik van hun wapens
die inmiddels van vader op zoon werden overgedragen: het begin van erfelijke
familiewapens. De oudste wapens van burgers stammen uit de jaren rond 1240 en
zij kwamen voor in Noord-Frankrijk en de zuidelijke Nederlanden. Hier maakte de
burgerlijke heraldiek een sterke opkomst en bloei door en zo zouden burgerlijke
wapens zich over Europa uitspreiden.
Familiewapens kwamen voor op zegels onder officiële documenten, gevelstenen en
andere versieringen.
De
onderdelen van een familiewapen.
1.
Schild.
2. Helm.
3. Dekkleden.
4. Wrong.
5. Helmteken.
Het Schild + regels.
Het schild is het belangrijkste deel van het wapen. Een wapen kan ook slechts
uit het schild alleen bestaan.
Er bestaan verschillende vormen, maar het type met een half-cirkelvormige
onderkant is de meest voorkomende. Ongehuwde vrouwen voeren meestal een
ruitvormig schild, gehuwde vrouwen een ovaal schild.
Het oppervlak van het schild wordt het veld genoemd. Alles wat daarop voorkomt
noemt men stukken.
De beschrijving van het schild heet met een mooi woord de blazoenering. Die moet
zeer precies zijn: een heraldisch tekenaar moet hieruit zonder voorbeeld het
wapen kunnen reproduceren.
Belangrijk te weten is dat het wapen wordt beschreven vanuit het gezichtpunt van
de drager op een zelfde manier zoals u spreekt over bijvoorbeeld uw rechterarm.
Iets wat rechts wordt genoemd, komt voor de kijker dus links op de tekening.
Een
schild heeft altijd een kleur. Deze zijn: rood (keel), blauw (lazuur), groen
(sinopel), purper (paars) of zwart (sabel) óf zijn van metaal: zilver (wit) of
goud (geel). Daarnaast bestaan er de bontwerken hermelijn en vair. Kleuren als
oranje, bruin, huidskleur (roze) en natuurlijke kleuren zijn zeldzaam en komen
op moderne wapens eigenlijk niet voor.
De kleuren en metalen kunnen in geometrische onderverdelingen over het schild
verdeeld zijn. Het is in principe NIET toegestaan kleur op kleur of metaal op
metaal te plaatsen. Dus geen zilver voorwerp op een gouden schild en ook geen
rode haan op een blauw veld.
Stukken
worden gestileerd afgebeeld: dus vereenvoudigd waarbij allerlei kleine details
worden weggelaten.
Stukken worden zonder perspectief dus plat afgebeeld. Alleen schaduwlijntjes
mogen enig reliëf suggereren.
Tenslotte moet het stuk het veld zoveel mogelijk vullen en aan de schildvorm
zijn aangepast.
Een
schild kan in vele geometrische verdelingen voorkomen vergezeld van hoofd- en
nevenstukken die een vaste omschrijving kennen. Deze zijn tamelijk uitgebreid en
daarvoor verwijzen we u naar de website www.wazamar.org
.
Helm.
Er bestaan verschillende soorten helmen waarmee een schild kan worden afgebeeld.
De meeste gebruikte en ook de meest sierlijke is de traliehelm (zoals
afgebeeld). Deze wordt dan recht aanziend of een kwartslag naar links of rechts
gedraaid afgebeeld.
Dekkleed.
Dekkleden waren oorspronkelijk mantels die over de top van de helm werden
geschoven of over de schouders werden gedragen. Het diende ter bescherming van
felle en warme zonnestralen en bovendien brak zo'n fladderend stuk stof de
eerste kracht van een zwaardhouw.
Het dekkleed wordt gestileerd afgebeeld. De kleuren van het dekkleed zijn
dezelfde als de twee meest voorkomende of belangrijkste van het schild.
Wrong.
Deze dient ervoor om de overgang van helm en helmteken te maskeren alsmede het
geheel steviger aan elkaar te bevestigen. Kleuren vaak dezelfde als het dekkleed
of één kleur daarvan.
Helmtekens.
Als sinds het begin werden wapenfiguren
niet alleen op het schild, maar ook op de helm aangebracht. Daarbij kwamen ook
figuren voor zoals leeuwen, waaiers, ruitvormige schermen en dergelijke voor. Op
het echte strijdtoneel waren dergelijke uitdossingen niet praktisch, maar op de
riddertoernooien kwamen de imponerende tekens echt tot ontplooiing.
Gewoonte
en recht.
Ridders waren de eerste wapenvoerders. Om een wapen te mogen voeren moest men
ook met het zwaard omgord zijn.
In de 13e eeuw gingen de zoons van de grote leenheren, als opvolger van hun
vader, over tot het voeren van het wapen; maar alléén nadat zij tot ridder
waren verheven.
Zoals eerder besproken kwam daar later de adelstand bij. Aanvankelijk ging het
wapen (alsmede de adellijke titels) over op de oudste zoon. Later kwamen ook de
andere zoons -al dan niet buitenechtelijk (bastaardij)- in aanmerking voor het
wapen, alhoewel toen nog met een breuklijn afgebeeld.
Het recht op een wapen werd sinds de 14e eeuw erkend voor ieder vrij man, of hij
tot de adelstand behoorde of niet. Jurist Bartolo de Sassoferata (1314-1357)
legde dit vast in een boekwerk. Hij schreef verder dat een wapen niet verleend
hoefde te worden door een vorst of welke autoriteit dan ook, mits men maar geen
wapen kopieerde dat wederrechtelijk aan een ander toe behoorde.
De witte (zilveren) zwaan een symbool voor
oprechtheid en waardigheid.
De zwaan is in
mythologische zin niet alleen het symbool van waarheid en onschuld van de
menselijke ziel, maar geeft tevens een belangrijk cultuurpatroon in de
Middeleeuwen en Renaissance weer: het recht van zwanendrift. Dit recht was het
recht (eigenlijk een voorrecht) van de "heren" om zwanen op hun erf te
mogen houden en fokken. De hoeveelheid zwanen gaf de status aan van de eigenaar.
De pijl duidt op "mikken" (????) of
snelheid of behendigheid, in de
heraldiek een teken is van macht en kracht.
De kleur
blauw
symboliseerde trouw, bestendigheid en
deugd.
De kleur
groen
symboliseerde vrijheid en schoonheid
Goud (gele
kleur) symboliseerde vrijgevigheid, moed en volharding.
Zilver (witte
kleur) symboliseerde sereniteit en edelmoedigheid.
Pijnappel: Symbool van onsterfelijkheid
|