| |
Pieter Stuyvesant en de
buitenplaats Swaenswijk
De
tijdgeest heeft in Weststellingwerf een aantal beroemde avonturiers
voortgebracht. De historisch meest beschreven persoon is toch Pieter Stuyvesant.
Hij werd in 1610 geboren in Peperga, als zoon van een predikant. (Ds. Baltthasar
Stuyvesant en Margaretha Hardenstein)
Over zijn jeugd is weinig bekend. In het jaar 1630 staat hij ingeschreven als
student te Franeker. Waarschijnlijk om een schandaal te vermijden trad hij op
jonge leeftijd (23) in dienst bij de West-Indische Compagnie te Amsterdam. In
dat jaar is hij uitgezonden naar Brazilië en heeft verschillende baantjes als
"commies of supercargo"vervult op het eiland Fernando Narunha voor de
Braziliaanse kust. In dienst van de West-Indische Compagnie schopte hij het ver,
want op 50 jarige leeftijd werd hij gouverneur van Curaçao. Na vier jaar ging
hij terug naar Nederland en werd benoemd tot gouverneur van de drie
Benedenwindse eilanden. Tegelijk werd hij aangesteld tot directeur-generaal van
Nieuw-Nederland, tegenwoordig de Verenigde Staten van Amerika.
In het document van 28 juli 1646 wordt PS door de Staten Generaal der
Vereenighde Nederlanden benoemd als: "Directeur op de custe van Nieuw
Nederlant alsmede op het eijlant Curacao ende de plaetsen daeronder
gelegen".
Hij weet een Spaanse aanval op Curacao te verijdelen en onderneemt in 1644 een
aanval op St. Maarten, die mislukte. Reeds het eerste schot dat uit het Spaanse
fort is afgevuurd treft Pieter Stuyvesant en verbrijzelt zijn rechterbeen ; een
amputatie is noodzakelijk.
Eind 1644 is Pieter naar huis teruggekeerd om te herstellen en voor het 'doen
aanmaken van zijn houten been".
Pieter Stuyvesant heeft de kolonisatie van Nieuw-Nederland sterk uitgebreid,
desondanks dat de West-Indische Compagnie daar weinig voor voelde. Het ging
Stuyvesant voor de wind, mede doordat hij minder conflicten had met de Indianen
dan zijn voorganger.
Wel waren er steeds meer problemen met de Engelsen. Dit was lastig voor
Stuyvesant, want hij moest het alleen rooien. De Engelsen stuurden extra
manschappen, om Nieuw-Amsterdam te veroveren. De Hollandse burgers weigerden de
stad te verdedigen. Ze waren het niet eens met Stuyvesant, wegens zijn pompeus
en dictatoriaal optreden. Het gevolg was, dat Stuyvesant de capitulatie moest
tekenen op 6 juni 1664. Nieuw-Amsterdam heette voortaan New York.
Pieter Stuyvesant ging terug naar Nederland, waar hij zich moest verantwoorden.
Dit lukte hem, maar hij bleef niet in Nederland. Het avonturierbloed kroop waar
het niet gaan kon. In 1668 trok Stuyvesant terug naar New York. Dit keer als
particulier kolonist. Vier jaar (februari 1672) later overleed hij. Pieter
bereikte de leeftijd van 62 jaar, hetgeen voor die tijd tamelijk hoog was.
Herstellende van de amputatie van zijn been verbleef PS bij zijn zuster Anna te
Alphen aan de Rijn.
Anna was getrouwd met de kostschoolhouder Samuel Bayard. PS heeft hier ook zijn
vrouw leren kennen, Judith Bayard, een zuster van zijn zwager. Na ondertrouw en
betoog op 6 augustus 1645 in de Adventskerk te Alphen aan den Rijn, zijn zij op
13 augustus in de Waalse kerk te Breda getrouwd. (door de opvolger van Judith's
vader, de predikant Anthoine Huls)
De wittebroodsweken heeft PS op Swaenswijk doorgebracht, tevens wachtende op
zijn benoeming tot directeur van Nieuw Nederland.
De Swaenswijkbrug
De
Swaenswijk brug is genoemd naar de buitenplaats of het huis Swaenswijk dat
gelegen is tegenover het Hof van Alfen langs de Oude Rijn, in de zogenaamde
buitenlanden (strook tussen de Oude Rijn en de Hoge Rijndijk).
Op Swaenswijk heeft dus zijn zuster Anna gewoond die gehuwd was met de Waalse
domineeszoon uit Breda, die er een kostschool heeft beheerd.
In het ondertrouwregister van de Adventskerk van Alphen aan den Rijn staat
geschreven onder het jaar 1645: "Heer Pieter Stuyvesant van Stellingwerf
Directeur Generaal van Nieuw Nederland met Judith Bayard van Breda".
Tijdens de kerst van 1646 is PS naar Nieuwe Nederland vertrokken met zijn vrouw
Judith die op dat moment hoogzwanger is, maar ook met zijn zuster Anna die
weduwe geworden.
In hun bagage hebben zij volgens goed gebruik herinneringen meegenomen van
familieleden zoals een op paneel geschilderd portret van Anna Stuyvesant met
haar overleden man Samuel Bayard weergegeven in een landschap, mogelijk hun
woonomgeving in Alfen.
Dit is waarschijnlijk de enigste afbeelding die er van
Swaenswijk bestaat.
Een mooie gravure door F.Bleyswyk staat in het boek van Petrus Plemper:
"Beschrijving van de Heerlijkheid en het dorp Alphen aan den Rijn
(gepubliceerd te Leiden in 1714)
Vroeger waren er veel buitenplaatsen rond Alphen. Veel van de namen van deze
buitenplaatsen zijn nu nog terug te vinden in namen van onder andere straten,
buurten en parken.
Bekende namen die we op deze kaart zien staan zijn De Hoogheburch, Swaenswijck,
Brittenrust, Vredlust, Rijnoord, Rijnstroom, Beerendrecht, Buitenzorg,
Weltevreden en Hofzicht.
Buitenplaatsen in de 18e eeuw
De welvaart in de 17e en de 18e eeuw, onder andere door toedoen van de
Oost-Indische Compagnie, was er de oorzaak van dat velen, behalve een woning in
de stad, ook een woning op het platteland hadden.
In de eerste tijd een boerenhofstede. Bij toename van de welvaart ging men bij
de boerderij ook een fraai buitenhuis bouwen, omringd door een fraai park en het
geheel gescheiden van de grote weg door een kunstig gesmeed ijzeren hek, met aan
de waterkant een koepel.
Naast de Vecht en de Amstel mocht ook de Oude Rijn zich verheugen in tal van
buitenplaatsen. In Alphen telde men er destijds ruim 40, waarvan er 9 in de
Hoorn lagen.
17-06-1704
Voor Nicolaas Balkende, notaris te 's-Gravenhage, compareert Martina de Groen,
weduwe van Adriaan Rietveld, die schenkt aan haar neef Philips van Leeuwen,
advocaat, haar huis, erf en boomgaard, genaamd "Swaanswijk", buiten
het Zuideinde van Alphen tussen Rijn en Hoge Rijndijk, belend ten zuiden Cors
Cornelisz Cop, ten noorden Engelbert van Eck, akte van donatio inter vivos voor
notaris Hendrik Wegewaart te Den Haag, eveneens van 17-06-1704, testament van
Adriaan Rietveld, makelaar, en Martine voorn. voor notaris Michiel Bocx te
Amsterdam d.d. 12-04-1675, mutueel testament. Het perceel was aan Adriaan
Rietveld opgedragen op 27-10-1689
27-05-1715
Hendrik Wegewaart, notaris te 's-Gravenhage, als executeur van het testament van
Philips van Leeuwen, in leven advocaat, verkoopt aan David van der Kloot, wonend
's-Gravenhage, de helft van 2 huizen en erven, een ervan heet "Swaanswijk",
naast elkaar liggend, buiten het Zuideinde van Alphen, strekkend van de Hoge
Rijndijk tot in de Rijn, belend ten zuiden Isaacq Korse Kop, ten noorden
Cornelis Janse van der Helm; de andere helft behoort de koper. Koopsom 1.560
gulden.
18-08-1723
Hironimus van der Dijke, wonende te Alphen, verkoopt aan Cornelis van der
Schalke, wonende te Haarlem, een huis en erf genaamd "Swaanswijk",
even buiten het Zuideinde van Alphen, strekkend van de Hoge Rijndijk tot in de
Rijn, belend ten zuiden en noorden de verkoper, hem opgedragen op 06-06-1722.
Koopsom 2.750 gulden.
11-12-1724
Willem van Swieten, secretaris van de weeskamer te Leiden, als administrateur
van de boedel van wijlen Jeronimus van den Dijke, lid van de universiteit te
Leiden, verkoopt aan Willem Assuerus van der Meer, ambachtsheer van Alphen,
Rietveld, Grisoort, etc., een huis en erf genaamd "Klein Zwaanswijk"
onder Alphen even buiten het Zuideinde tussen Hoge Rijndijk en Rijn, belend ten
zuiden Cornelis van der Schalke, ten noorden de weduwe van Cornelis van der
Helm. Koopsom 560 gulden.
09-05-1732
Cornelis van der Schalke, wonende te Haarlem, verkoopt aan Melchior van Beverink
Snel, commandeur van het college der admiraliteit te Amsterdam, een huis en erf,
genaamd Swaanswijk, even buiten het Zuideinde van Alphen, strekkend van de Hoge
Rijndijk tot in de Rijn, belend ten zuiden Gerrit Valewijn, ten noorden de
ambachtsheer van Alphen etc., aan de verkoper opgedragen op 18-08-1723. Koopsom
4.000 gulden.
10-02-1741
Hiijeronimus Goudanus Snels, raad in de vroedschap en hoofd officier van Gouda,
optredend voor zijn broer Jacob Snels, secretaris van Gouda, samen testamentaire
voogden over de minderjarige dochter van hun broer Melchior van Beverning Snels,
in leven commandeur in dienst van het land, administrateur over die goederen
volgens testament voor Hendrik van Heuven, notaris te Gouda d.d. 15-06-1730,
verkoopt aan Sijbrand Kramer, wonende te Alphen, een huis, erf en buitenplaats
genaamd "Swaanswijk", even buiten het Zuideinde van Alphen, strekkend
van de Rijn tot de Hoge Rijndijk, belend ten zuiden Gerrit Falewink, ten noorden
de ambachtsheer van Alphen. Koopsom 2.150 gulden.
21-05-1742
Sijbrand Cramer, wonende te Amsterdam, verkoopt aan de Diaconiearmen van
Alphen een huis en erf genaamd "Swaanswijk", buiten het Zuideinde van
Alphen, strekkend van de Hoge Rijndijk tot in de Rijn, belend ten zuiden Gerrit
Falewink, ten noorden de ambachtsheer van Alphen, aan Cramer opgedragen op
10-02-1741. Koopsom 3.100 gulden.
10-06-1745
Jan Grevers, met procuratie van Jacob van der Meer, procuratie voor schout c.s.
van Alphen d.d. 29-05-1745, verkoopt aan Dirk Braam een huis en erf genaamd
"Kleijn Swaanswijk", even buiten het Zuideinde van Alphen tussen Hoge
Rijndijk en Rijn, belend ten zuiden de Diaconiearmen van Alphen, ten noorden
Jacob van der Meer c.s. Koopsom 750 gulden.
08-04-1762
Taco Sibelius, predikant en Cornelis Meerburg en Tobias van Kampen, diaken van
Alphen, verkopen aan Wijnand de Ridder, wonende te Alphen, een huis en erf
genaamd Swaanswijk even buiten het Zuideinde van Alphen, strekkend van de Hoge
Rijndijk tot in de Rijn, belend ten zuiden Cornelis Verduijn, ten noorden Dirk
Braam. Koopsom 2.350 gulden. Schuldbrief geroijeerd 29-03-1784.
29-03-1784
Jan van der Snoek, schout van Alphen, met procuratie van Wijnand de Ridder en
Margaretha Philigentia de Rocquette, heeft verkocht op 30-10-1783 aan Cornelis
Lont, wonende te Aarlanderveen Lage Zijde en Henricus Kuijlenburg, predikant te
Alphen, de buitenplaats "Zwaanswijk" met herenhuis, tuinhuis, sinds
jaren gebruikt als Fanse kostschool, gelegen onder Alphen, strekkend van de Hoge
Rijndijk tot de Rijn, belend ten zuiden Willem van der Zwan, ten noorden Jan
Ravensbergen. Koopsom 2.575 gulden
05-07-1785
Cornelis Lont, wonende te Aarlanderveen Lage Zijde, voor zichzelf en voor
Henricus Kuijlenburg, emeritus predikant, wonende te Amsterdam, verkoopt aan
Willem Borset, wonende te Alphen, de buitenplaats "Zwaanswijk", met
herenhuis en tuinhuis te Alphen, strekkend van de Hoge Rijndijk tot in de Rijn,
belend ten zuiden Willem van der Zwan, ten noorden Jan van Ravensbergen. Koopsom
1.806 gulden.
14-09-1788
inhoud Willem Borzet, wonende te Alphen, verkoopt aan Jan Herman Heller, wonende
te Amsterdam, de grond en het erf waar voorheen het huis "Swaanswijk"
heeft gestaan, strekkend voor van de Hoge Rijndijk tot aan de Rijn, belend ten
zuiden Borzet voornoemd, ten noorden Jan Ravensbergen. Koopsom 500 gulden.
13-01-1801
inhoud Jan Herman Heller, wonende te Aarlanderveen, verkoopt aan Pieter Moerkerk
en Hendrik en Dirk Koopman, wonende te Alphen, het erf waarop voorheen het huis
"Zwaanswijk" heeft gestaan, strekkend van de Hoge Rijndijk tot de
Rijn, belend ten noorden de kopers, ten zuiden Cornelis de Jouwer. Koopsom 550
gulden.
|