Het werfdepot te Harderwijk
Werving en selectie Knil kadermilitie.
Het
werfdepot dat recruten aanwierf en voorbereidde op dienst in Nederlands Indië
was gevestigd in Harderwijk "Algemeen depot van de Landmacht" en vanaf
1943 heette het "Koloniaal Werfdepot".
C.G. Zwaanswijk was op het depot 1ste luitenant.
Vanaf 1890 kon men zich ook in Nijmegen melden voor koloniale dienst bij het
korps "Koloniale Reserve". In 1809 werd het depot in Harderwijk
opgeheven. Harderwijk was voor vele jongens uit Europa de enige mogelijkheid om
nog aan de bak te komen en kreeg het accent van vreemdelingenlegioen. Zwitserse
soldaten (uit de Krimoorlog), Franse deserteurs maar ook Nederlandse soldaten
(die konden kiezen naar de Oost of naar de provoost oftewel strafgevangenis)
namen dienst. Maar ook buiten Nederland waren de koloniale wervers actief. In
Afrika werden jarenlang slaven "vrijgekocht" en ook in Nerderlands
Indië waren ronselpraktijken orde van de dag. Al deze geronselde en
vrijgekochte mannen zaten binnen de kortste keren in KNIL kazernes.
Overigens was de bevolking van Harderwijk opgelucht toen in 1809 het depot
daar werd opgeheven. Het depot trok naast toekomstige militairen ook veel
kroegen en bordelen wat in de opvatting van de streng gelovige bevolking van
Harderwijk een gruwel was. Het handgeld voor een vrijwilliger was ongeveer 300
gulden, dit is een bedrag dat toen gelijk stond aan een jaarsalaris van een
arbeider.
Vanaf 1914 konden alleen nog maar Nederlandse vrijwilligers dienst nemen en
de officieren kregen hun opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie te
Brede.
Langzamerhand veranderde het KNIL in een politieleger aangezien de verovering
van ook de meest afgelegen buitengewesten voltooid waren.
|