Stadsbestuur
Vorige Start Volgende

 

Start

De naam
Heraldiek
Admiraliteit 1
De schutterij
Stadsbestuur
Lakennijverheid
Kerkelijke gemeente
St. Janskerk
Admiraliteit 2
Buurthouden
Catharina Gasthuis
Pieter Stuyvesant
Klapwakers
De Lutherse zwaan
Werfdepot
WO II
Lucebert
Agthoven
Zuid Afrika 1
Zwaanwijck
Johannes Swaenswijck
Laurens van Swaanswijk
Zuid Afrika 2
Diversen
De Dordrecht
Fort Geldria

Schepenen en vroedschap

De schepen  

De schepen vervult de functie van legeraanvoerder, wetgever, rechter, gezant, getuige bij terechtstellingen en bij verhoren op de pijnbank, bankier, verzekeraar. Daarnaast is hij toezichthouder op de uitvoering van publieke werken, zoals de bouw van vestingmuren, torens, dijken, rivierhoofden, grachten, sluizen of wat al niet meer. Een schepen is daarnaast boekhouder en notaris. Bovendien legt hij in een keurboek de wetgeving vast. Ook spelen de schepenen een rol in zaken van landsbelang. Een schepen moet dikwijls partij kiezen in de talrijke ruzies binnen het hertogdom of stad. Aan de andere kant zitten er eervolle en gezellige kanten aan het schepenbestaan. Er zijn geregeld feesten en banketten waar zijn aanwezigheid gewenst is. Dit zullen naast de eerzucht, de honger naar macht en het verlangen om bij de elite te behoren de drijfveren zijn om dit ambt te willen bekleden. Schepenbank was het oude woord voor het lokale bestuur, met inbegrip van de plaatselijke rechtspraak.

De burgemeesters

1659 Casper Merian; midden Onze Lieve Vrouwekerk LeidenHalverwege de veertiende eeuw wordt het stadsbestuur uitgebreid met burgemeesters. Ook hiervan worden er meestal twaalf benoemd. Burgemeesters gaan de bestuurswerkzaamheden uitvoeren, zoals toezicht op de verdedigingswerken, openen en sluiten van de poorten, overdrachten van roerende en onroerende zaken, huwelijkse voorwaarden, testamenten, boedelscheidingen tot voogdijzaken, reizen naar andere steden om de stadsbelangen te verdedigen, enzovoort. Het stedelijk bestuur bestaat vanaf dat moment uit richter, schepenen, raden en burgemeesters.
De benoeming van de raden en burgemeesters is een geheel stedelijke aangelegenheid. Soms is de benoeming van schepenen ook een stedelijke zaak, waarbij de graaf zich soms het recht voorbehoudt een of meer schepenen te benoemen. De burgemeesters worden op de "keurdag", op 22 februari, gekozen. Van de twaalf aangestelde burgemeesters worden er zes herkozen om de continuïteit in het bestuur te waarborgen. De burgemeesters worden voor twee jaar aangesteld.  

Steenschuur aan de Breestraat in Leiden

Onder andere Mr Gerardt van Swaenswijck was Burgemeester en Schepenen van Leiden.

Ook hij woonde in de Bredestraet.

 

 

Het keurboek

In het begin van de veertiende eeuw beginnen de meeste stadsbesturen wetgeving vast te leggen in het "kondichboek". In dit boek worden in de loop der eeuwen de regels achter elkaar opgeschreven,zodat er een verzameling regels ontstaat die het gehele middeleeuwse leven beslaan.
Aan bod komen strafrechtelijke bepalingen, de openbare orde en zedelijkheid, bescherming van mensen en hun persoonlijk bezit, de rechtsgang, brandpreventie,wetgeving rondom vreemdelingen, brandpreventie,volksgezondheid, etcetera.
Kortom, alles wat moderne wetgeving ook beslaat, maar dan korter en bondiger.

Middeleeuwse straffen

Schout en schepenen werden dus met de rechtspraak in de stad belast. Welke straffen zij konden opleggen aan burgers die een overtre ding of een misdaad begingen? Onze rechters kunnen gevangenis straffen opleggen. De schout en schepenen niet. Zij namen andere maatregelen, die in onze tijd niet meer worden toegepast. Iemand kon veroordeeld worden tot levering van een aantal stenen voor de bouw of reparatie van de stadsmuur. Hij droeg dan zijn steentje bij.

In vroeger eeuwen gingen velen op reis om een bedevaart te maken. Dat hield in dat ze een heilige plaats bijvoorbeeld, het graf van Christus in Jeruzalem, gingen bezoeken. Zo'n bedevaartganger noemde men ook wel een pelgrim. Vaak was het een langdurige en gevaarlijke reis. Men liep de kans onderweg beroofd en zelfs gedood te worden. In de middeleeuwen kon de rechterlijke beslissing, het vonnis, inhouden dat men voor straf een bedevaart maakte, bijvoorbeeld maar Rome of Jeruzalem. Bij terugkeer moest zo iemand bewijzen dat hij zijn pelgrimstocht had volbracht. In veel steden mochten rijke mensen een strafbedevaart afkopen. Ze betaalden een flink bedrag aan de stad en hoefden dan niet op reis.

Verbanning en schandpaal

Iemand kon ook verbannen worden. Dat betekende dat hij de stad moest verlaten en niet meer mocht terugkeren. Men kon veroordeeld worden tot de schandpaal, ook wel kaak genoemd. Dat betekende dat men in het openbaar, bijvoor beeld voor het stadhuis, werd vastgemaakt aan een paal. Dat gebeurde meestal op een marktdag als het erg druk was op straat. Zo stond de gestrafte dan te kijk voor het publiek. En iedereen wist waarom hij aan de kaak werd gesteld.

 

Vroedschap
Vroedschap is de naam van een vroegmodern type college, alsmede de titel van een burger die in dat college zitting had (ook vroedsman genoemd). De meeste steden in de vroegmoderne tijd kenden een regering bestaande uit gekozen mannelijke poorters, die zitting hadden in de vroedschap. In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bestond een stadsbestuur uit: de magistraat en de vroedschap. De magistraat (of stadsregering), d.w.z. de vier of zes burgemeesters hielden zich bezig met het dagelijks bestuur van de stad. In de meeste steden werden de burgemeesters voor een periode van vier jaar gekozen. De laatst aangetreden burgemeester was verantwoordelijk voor de schutterij. De vroedschap stelde de magistraat aan, die in de regel uit eigen gelederen kwam. Er was daarbij sprake van een ingewikkeld stelsel van loting en in de meeste gewesten vanaf 1748 van voordrachten aan de stadhouder.

De vroedschap werd bijeengeroepen bij financiële kwesties, en altijd bij verkiezingen, d.w.z. bezetting van belangrijke posten. Dan ging het voornamelijk om het dienen van de economische belangen, waarin de leden van de vroedschap een belangrijk aandeel hadden. In tegenstelling tot magistraten werden vroedschapsleden voor het leven benoemd. Het college bestond uit tien tot veertig burgers, dat wekelijks of nog minder vergaderde, soms ook over landelijke politiek. Ze kozen in de maand januari een of twee nieuwe burgemeesters en vertegenwoordigers naar de Provinciale Staten.Lidmaatschap was in principe een kwestie van uitverkiezing (coöptatie) en niet van erfopvolging. Familiebanden waren daarbij zeer belangrijk, maar ook welstand en sociale status telden mee. Vroedmannen moesten voldoen aan een tweetal voorwaarden: lidmaatschap van de Gereformeerde kerk en het bezit van huis.

Kleding in de 17de eeuw