Admiraliteit 1
Vorige Start Volgende

 

Start

De naam
Heraldiek
Admiraliteit 1
De schutterij
Stadsbestuur
Lakennijverheid
Kerkelijke gemeente
St. Janskerk
Admiraliteit 2
Buurthouden
Catharina Gasthuis
Pieter Stuyvesant
Klapwakers
De Lutherse zwaan
Werfdepot
WO II
Lucebert
Agthoven
Zuid Afrika 1
Zwaanwijck
Johannes Swaenswijck
Laurens van Swaanswijk
Zuid Afrika 2
Diversen
De Dordrecht
Fort Geldria

 De Uytleggers

 

zuiderzee11okt73 De geschiedenis van de kustverdediging gaat terug op de Middeleeuwen, toen Nederland uit provincies bestond die onder verschillende koningen, hertogen en graven vielen. Elke kustprovincie had een eigen marine, of Admiraliteit, zoals dat toen heette. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog wilde men dit veranderen want de verdeeldheid maakte het onmogelijk snel beslissingen te nemen en eendrachtig op te treden, maar een centrale Admiraliteit bleek onhaalbaar. De afzonderlijke provincies waren bang de lucratieve bouw van oorlogsschepen kwijt te raken. Bovendien waren ze niet bereid hun schepen en bemanning onder bevel van een `vreemdeling’ te plaatsen.

In 1672 verklaarden Frankrijk, Engeland, Münster en Keulen de oorlog aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Bij Muiden en de Hollandse Waterlinie konden de Franse troepen worden tegengehouden. De Keulse en Münsterse troepen hadden zich in Overijssel en Gelderland langs de oevers van de Zuiderzee genesteld. Om een aanval op Amsterdam voor te zijn, werden in de zomer van 1672 onder andere tjalkachtige schepen uitgerust met licht geschut. Door hun geringe diepgang waren zij geschikt om te varen op de Zuiderzee en de Wadden. Deze schepen, `uytleggers' of `watte convooyers' genoemd, patrouilleerden op de Zuiderzee en binnen de riviermonden. Aan boord bevonden zich 15 tot 25 soldaten en vier kanonnen.

Willem van Swaenswijck was opper commandeur van de Uytleggers.

In juli het jaar daarop, werd een vloot van 100 schepen samengesteld. Zij moesten een leger met paarden transporteren naar Overijssel. Op de Zuiderzee vonden schermutselingen plaats, waarbij ook enkele uytleggers waren betrokken. Tijdens een gevecht ontstond brand op een schip. De brand verspreidde zich naar het middenschip waar de kruitvoorraad lag opgeslagen. Een ontploffing vond plaats... Het achterschip werd weggeslingerd, dreef weg en zonk pas 20 kilometer verderop. De rest van het schip liep vol water en zonk.

In 1976 wordt het voorste deel van schip, in de omgeving van Dronten aangetroffen. Enkele jaren later treft men in Zuidelijk Flevoland het achterschip aan. Alle aangetroffen voorwerpen zijn verbrand. Het is zeer waarschijnlijk dat dit schip, de K45, heeft meegedaan aan de schermutselingen op de Zuiderzee in 1673.