Joop Swaanswijk
De ruim
200 jaar oude beuk in de berm aan de Appelweg is niet alleen door zijn
indrukwekkende gestalte tot een monument geworden. Het is voornamelijk de
wetenschap dat de boom deelgenoot was van de gruwelijke geschiedenis van Kamp
Amersfoort.
Langs deze beuk, op de grens van het grondgebied van Amersfoort en Leusden,
liepen meer dan 35.000 gevangenen in de jaren '41 - '45 richting de ingang van
Kamp Amersfoort.
Bovendien hebben zich in de nabijheid van de beuk enkele drama's afgespeeld
die we niet mogen vergeten.
Vlak achter de oude grensbeuk heeft in april 1945 een verzetsman zijn
oorlogsgraf gekregen.
Op 19 maart 1945 peilden de Duitsers in een transformatorstation te Kockengen (west-Utrecht)
een marconist die bezig was met seinen. Ze vielen daar binnen om hem te
arresteren, waarop de geheim agent om aan arrestatie te ontkomen zich vastgreep
aan de belendende hoogspanningsstaven. Hij dacht dood te slaan, maar dat
gebeurde niet. Door de klap werd hij los- en teruggeslagen, maar hij had zijn
armen ernstig verbrand. Zijn onderarmen waren zelfs verkoold. Deze geheim agent
was Joop Swaanswijk. Hij werd gearresteerd en naar de SD te Utrecht gebracht,
waar gezien zijn toestand martelen geen zin meer had…
Op
20 maart 1945 werd hij per bestelauto naar Kamp Amersfoort gebracht, waar hij in
de bunkercellen werd gesmeten. Daar bleef hij zes dagen zonder eten, drinken of
enige medische verzorging liggen. Toen op de 6e dag commandant Berg een
inspectieronde deed en de bunkercellen bezocht, informeerde hij waar toch de
ondraaglijke stank vandaan kwam. Toen hem werd verteld van de gevangene die
deels in staat van ontbinding verkeerde, commandeerde hij "Verarbeiten!".
Opruimen dus. De kampbeulen Westerveld, Van der Neut en Kotälla namen de klus
voor hun rekening.
Ze groeven een kuil enkele meters achter de grensbeuk. Nadat op 25 maart 1945
de laatste werkcommando's binnen waren, werd Swaanswijk op een houten brancard
gelegd en naar zijn graf gedragen waar hij zo in werd gekieperd. Een kampbewaker
die zich bij het opsporingsteam had gemeld gaf aanwijzingen.
Op 22 juli 1945 werd Swaanswijk opgegraven. De arts van het Zwitserse Rode Kruis
die bij de opgraving assisteerde kon geen kogelwonden of andere directe
doodsoorzaken vinden. Kampbeul Westerveld bekende bij verhoren tenslotte. Omdat
geen van de Kamp-SS'ers bewapend was besloten zij hun slachtoffer maar gewoon te
begraven.
Joseph Hendricus Swaanswijk, was adjunct commies bij de PTT, werkzaam als
marconist voor de RVV (Raad van Verzet), werd geboren te Haarlem op 16-01-1920.
De Oorlogsgravenstichting noemt 03-04-1945 als overlijdensdatum. Zijn
uiteindelijke rustplaats werd het Ereveld Loenen.
Op 25 maart 1945 na het laatste avondappel werd de zwaargewonde verzetsman
Joop Swaanswijk (16-01-1920) door de SS-ers Kotälla, Westerveld en Van der Neut
levend begraven achter de Grensbeuk. Joop Swaanswijk was marconist voor de Raad
van Verzet. Zijn naam staat vermeld op het gedenkteken te Kockengen (als
overlijdensdatum staat op het gedenkteken 3-4-1945).
|